Als kind was ik het liefst veel buiten en creatief bezig. Het leven leek toen moeiteloos en magisch.
Als oudste dochter groeide ik op in een gezin van vier kinderen waar presteren, verantwoordelijkheid dragen en gericht zijn op de buitenwereld centraal stond. Ik heb dat zo in ieder geval gevoeld en ik paste me aan om gezien en gehoord te worden door mijn ouders. Dat deed ik dan ook in sport, studies en ook mijn relaties. Zo was ik meestal in mijn hoofd en maar aan het denken. Dat werd nog eens versterkt toen ik alleen de zorg kreeg over drie jonge kinderen. Vanuit overleven en veel en hard werken ben ik er voor hen geweest.
In dit proces ben ik mezelf langzamerhand de volgende vragen gaan stellen;
Waar was mijn kwetsbaarheid en zuivere ‘voelen’ gebleven vanuit mijn hart? Ergens wist ik dat er nog meer dimensies zijn dan de aarde, was mijn verbinding hiermee verdwenen? Hoe kon ik toch de controle loslaten en me veilig voelen met mezelf zonder aan de verwachtingen van anderen te moeten voldoen? Ik was mezelf kwijt geraakt.